duloxetine

Benjamin Clanner-Engelshofen is freelance schrijver op de medische afdeling van Hij studeerde biochemie en farmacie in München en Cambridge/Boston (VS) en merkte al vroeg dat hij vooral genoot van het raakvlak tussen geneeskunde en wetenschap. Daarom ging hij humane geneeskunde studeren.

Meer over de experts Alle inhoud van wordt gecontroleerd door medische journalisten.

De werkzame stof duloxetine is een selectieve serotonine-noradrenaline-heropnameremmer (SSNRI - Engels "selectieve serotonine-noradrenaline-heropnameremmer"). Het wordt gebruikt voor de behandeling van depressie, angststoornissen, incontinentie en diabetische polyneuropathie (zenuwaandoeningen bij diabetes). In de VS is de werkzame stof ook goedgekeurd voor de behandeling van fibromyalgie, maar niet voor de behandeling van incontinentie. Hier leest u alles wat u moet weten over duloxetine: werking, gebruik en bijwerkingen.

Dit is hoe duloxetine werkt

Zenuwcellen (neuronen) in de hersenen communiceren met elkaar via boodschapperstoffen (neurotransmitters): de ene cel geeft bepaalde neurotransmitters af, die vervolgens door de volgende cel worden waargenomen via koppelpunten (receptoren). Omdat de volgende cel kan worden geremd of opgewonden (afhankelijk van de receptor en neurotransmitter) en een cel meestal verbindingen (synapsen) heeft met veel andere neuronen, ontstaat er een zeer complex netwerk, dat slechts gedeeltelijk wordt begrepen.

Het is aangetoond dat bepaalde boodschapperstoffen meestal een heel specifiek effect hebben. In het geval van serotonine, gewoonlijk het "gelukshormoon" genoemd, leiden te lage concentraties tot depressie en te hoge concentraties tot psychosen en wanen. Noradrenaline daarentegen is een opwindende neurotransmitter die verantwoordelijk is voor het activeren van bepaalde delen van de hersenen.

Om de communicatie tussen de zenuwcellen nauwkeurig te kunnen sturen, pakt de zenuwcel die de neurotransmitter afgeeft, deze continu weer op. Dit beperkt de tijd van het signaal naar de volgende cel. Als deze hervatting wordt geremd, zoals door toediening van duloxetine, blijven de neurotransmitters langer hangen op de receptoren van de volgende zenuwcel en hebben ze dus een sterkere werking. Een tekort aan serotonine en noradrenaline, dat zich vaak manifesteert als depressie of angststoornis, kan op deze manier gecorrigeerd of positief beïnvloed worden.

De pijnstillende eigenschappen van duloxetine bij de behandeling van diabetische neuropathie en fibromyalgie zijn het gevolg van de prikkeling van pijnstillende zenuwbanen. Dit kan vooral een overgevoelige pijngrens normaliseren. Evenzo veroorzaakt verhoogde stimulatie van het serotonine- en noradrenalinesysteem door duloxetine een verhoogde sluiting van de urethrale sluitspier, die stress-urine-incontinentie kan behandelen.

Opname, afbraak en uitscheiding van duloxetine

Na inname van duloxetine wordt de werkzame stof via de darmen in het bloed opgenomen. De hoogste bloedspiegel van duloxetine kan na zes uur worden gemeten, waarbij slechts ongeveer de helft van het werkzame bestanddeel de belangrijkste bloedbaan bereikt, omdat het onmiddellijk na inname gedeeltelijk in de lever wordt afgebroken. De werkzame stof duloxetine komt dan via de bloedbaan in de hersenen. De helft van de ineffectieve afbraakproducten wordt binnen twaalf uur via de nieren met de urine uitgescheiden.

Wanneer wordt duloxetine gebruikt?

De werkzame stof duloxetine is goedgekeurd voor de behandeling van:

  • Depressie (zogenaamde zware depressie)
  • Diabetische neuropathische pijn

Het gebruik van duloxetine voor pijnverlichting bij fibromyalgie gebeurt in Duitsland "off-label", dwz buiten het goedkeuringsgebied.

Behandeling met duloxetine is meestal langdurig, maar er moet regelmatig worden gecontroleerd of de dosis moet worden aangepast of dat de therapie nog steeds nodig is.

Dit is hoe duloxetine wordt gebruikt

De werkzame stof duloxetine wordt ingenomen in de vorm van capsules die enterische korrels bevatten en die de werkzame stof alleen in de darm afgeven. Afhankelijk van het toepassingsgebied wordt één of twee keer per dag 30 tot 60 milligram duloxetine ingenomen. De maximale dagelijkse dosis is 120 milligram. Voor een betere verdraagbaarheid wordt de behandeling gestart met een lage dosis en vervolgens geleidelijk verhoogd tot de vereiste einddosis.

De capsule wordt met of zonder maaltijden doorgeslikt met een glas water. Bij slikproblemen of sondevoeding kunnen de duloxetinekorrels ook gesuspendeerd in water worden ingenomen, maar mogen in geen geval worden gekauwd.

Om de therapie te beëindigen, moet de dosis duloxetine langzaam worden verlaagd (het zogenaamde "afbouwen" van de dosis), anders kunnen ernstige bijwerkingen optreden.

Welke bijwerkingen heeft duloxetine?

Bijwerkingen van duloxetine zijn over het algemeen meer uitgesproken aan het begin van de behandeling en worden na verloop van tijd beter. Meer dan tien procent van de behandelden ervaart bijwerkingen zoals hoofdpijn, slaperigheid, misselijkheid en een droge mond.

Ongeveer één op de tien tot honderd patiënten meldt verminderde eetlust, slapeloosheid, angst, verminderd seksueel verlangen (libido) en erectiestoornissen (impotentie), duizeligheid, tremoren, hartkloppingen, oorsuizen, wazig zien, verhoogde bloeddruk, indigestie en abdominale pijn, zweten, huiduitslag , Spierpijn en -krampen, gewichtsverlies en urineretentie.

Waar moet rekening mee worden gehouden bij het gebruik van duloxetine?

Duloxetine wordt in de lever afgebroken door bepaalde enzymen (cytochroom P450 1A2 en 2D6), die ook andere geneesmiddelen afbreken. Als deze tegelijkertijd worden ingenomen, kunnen de bloedspiegels van de afzonderlijke actieve ingrediënten stijgen of dalen. Dit geldt bijvoorbeeld voor antidepressiva zoals fluvoxamine, amitriptyline, imipramine en desipramine, middelen tegen een overactieve blaas zoals tolterodine en middelen voor de behandeling van psychosen en schizofrenie zoals risperidon.

Rokers breken duloxetine sneller af dan niet-rokers.

Geneesmiddelen die de serotonineconcentratie in de hersenen verhogen, mogen niet worden gecombineerd met duloxetine, omdat dit kan leiden tot een levensbedreigend serotoninesyndroom. Geneesmiddelen in kwestie omvatten antidepressiva van het MAO-type (zoals moclobemide of tranylcypromine), andere antidepressiva, sint-janskruidsupplementen, migrainemedicatie (zoals sumatriptan en naratriptan), sterke pijnstillers (opioïden zoals tramadol, fentanyl en pethidine), en serotoninevoorlopers zoals tryptofaan en 5-hydroxytryptofaan (5-HTP).

De combinatie van duloxetine met anticoagulantia zoals fenprocoumon, warfarine en ASA/acetylsalicylzuur kan de stollingstijd van het bloed veranderen en moet daarom nauwlettend worden gecontroleerd. De dosering van het antistollingsmiddel moet mogelijk worden aangepast.

Net als veel andere antidepressiva kan duloxetine het risico op zelfmoord verhogen, vooral bij adolescenten. Om deze reden is duloxetine alleen goedgekeurd voor mensen van 18 jaar en ouder en mag het niet worden gebruikt bij patiënten met een neiging om het te gebruiken, of mag het alleen worden gebruikt onder medisch toezicht.

Een verlaagde dosis duloxetine wordt aanbevolen voor patiënten met een verminderde lever- of nierfunctie.

Duloxetine mag niet worden gebruikt tijdens zwangerschap en borstvoeding omdat het schadelijk kan zijn voor het kind.

Hoe krijgt u medicijnen met duloxetine?

Preparaten met duloxetine vereisen een recept in elke dosering en voor elk doel.

Hoe lang is duloxetine al bekend?

Het antidepressivum duloxetine is ontwikkeld door wetenschappers van het farmaceutisch bedrijf Eli Lilly and Company en er werd in 1986 patent op aangevraagd, dat in 1990 werd verleend. De eerste registratie werd in 2004 in de VS verleend, later in hetzelfde jaar ook in Duitsland. Het patent liep begin 2014 af. Sindsdien zijn er verschillende generieke geneesmiddelen met de werkzame stof duloxetine op de markt gekomen.

Tags:  geneeskrachtige kruiden huismiddeltjes huidsverzorging reisgeneeskunde 

Interessante Artikelen

add