Tik (vinkje)

Marian Grosser studeerde humane geneeskunde in München. Daarnaast durfde de arts, die in veel dingen geïnteresseerd was, spannende omwegen te maken: filosofie en kunstgeschiedenis studeren, voor de radio werken en tenslotte ook voor een Netdoctor.

Meer over de experts Alle inhoud van wordt gecontroleerd door medische journalisten.

Een tic is een vorm van gedragsstoornis. In de volksmond is een "vinkje" een gril. Medische professionals daarentegen gebruiken de term tics om te verwijzen naar terugkerende bewegingen, geluiden of verbale uitingen die de betrokkene niet kan beheersen en die niet geoormerkt zijn. Een voorbeeld hiervan is het syndroom van Gilles de la Tourette. Lees hier hoe een tic zich manifesteert, waardoor deze ontstaat en wat er aan gedaan kan worden.

Kort overzicht

  • Wat is een tic? Een plotselinge beweging of uiting die geen doel heeft en buiten de controle van de betrokkene ligt.
  • Welke tics zijn er? Er zijn motorische tics (trillen, knipperen, grimassen, stampen, enz.) en vocale tics (keel schrapen, grommen, klikken, woorden herhalen, enz.) in verschillende combinaties. De meest complexe variant is het syndroom van Gilles de la Tourette.
  • Oorzaken: Bij primaire tic blijft de oorzaak onbekend (vermoeden: verstoring van de boodschapperstofwisseling in de hersenen, genetische aanleg, infecties). Secundaire tics treden op bij andere ziekten (bijvoorbeeld encefalitis) of bij medicatie of medicijnen.
  • Behandeling: Bij secundaire ticbehandeling van de onderliggende ziekte. Bij primaire tic bijvoorbeeld methoden van gedragstherapie (HST, ERPT), relaxatiemethoden, eventueel medicatie. De getroffenen moeten ook stress verminderen of vermijden (het kan tics verhogen).

Tic: definitie

Een tic is de plotselinge en snelle beweging van individuele spieren of hele spiergroepen (motorische tic) of onwillekeurige vocalisaties (vocale tic). Beide tics hebben geen waarneembare functie. Ze zijn ook volledig onvrijwillig, dus de getroffenen hebben ze niet bedoeld. De getroffenen kunnen echter vaak hun tics voor een korte tijd onderdrukken als ze extreme concentratie uitoefenen - maar dit lukt op de lange termijn niet. Wanneer de getroffenen slapen, bevinden de tics zich meestal ook in de slaapmodus.

Een tic herhaalt zich in de regel met verschillende tussenpozen.

Tics kunnen in verschillende vormen voorkomen. Een voorbeeld is het syndroom van Gilles de la Tourette. Lijders beginnen herhaaldelijk met hun armen te trillen, knipperen, grommen of schreeuwen scheldwoorden zonder duidelijke reden (medische coprolalia).

Een tic is irriterend voor de omgeving en zeer belastend voor de betrokkene. Een echte tic is meestal niet te genezen. De juiste therapie kan echter vaak de symptomen verlichten.

Tic: voorkomen en verloop en

Tics zijn meestal tijdelijk en verdwijnen na een paar weken of maanden. Ook als de ticstoornis langer dan een jaar duurt, hoeft deze niet per se chronisch te worden. Na een symptoomvrij interval kunnen de tics echter terugkeren.

Slechts enkelen hebben de tics aanhoudend en de symptomen verminderen gewoonlijk met de leeftijd. Volgens de richtlijn van de American Academy of Neurology (AAN) is ongeveer 18 procent van de eerder getroffenen boven de 16 jaar ticvrij en heeft 60 procent minimale symptomen. Bij het syndroom van Gilles de la Tourette kan in slechts 20 procent van de gevallen een blijvende afname van de tics worden waargenomen; het syndroom is echter over het algemeen zeer zeldzaam.

Tics verschijnen meestal voor het eerst in de kindertijd of adolescentie. In feite zijn tics niet ongewoon bij kinderen. Volgens deskundigen ontwikkelt ongeveer elk tweede kind op de basisschool een tijdelijke tic, meestal van het motorische type.Jongens worden vaker getroffen dan meisjes. De reden hiervoor is nog onduidelijk.

Combinatie met andere ziekten

Tics kunnen voorkomen in combinatie met psychische of psychiatrische aandoeningen. Deze hoeven niet direct gerelateerd te zijn aan de ticstoornis, maar artsen constateren dat ze in dergelijke gevallen vaker voorkomen (comorbiditeit).

Tics komen bijvoorbeeld vaker voor bij kinderen met hyperkinetische stoornissen (ADHD), emotionele stoornissen en het syndroom van Asperger (autisme). Depressie en ontwikkelingsstoornissen worden ook af en toe geassocieerd met tics.

Welke tics zijn er?

Tics kunnen heel verschillend zijn van persoon tot persoon. Dit geldt zowel voor de intensiteit en frequentie als voor de inhoud. Artsen maken onderscheid tussen motorische tics en vocale tics, die in eenvoudige of complexe vormen kunnen voorkomen.

motorische tik

Bij een motorische tic bewegen een of meer spieren kort, plotseling en zonder doel. In principe kan elke spier in het lichaam worden aangetast.

Eenvoudige motorische tics manifesteren zich meestal op het gezicht. Voorbeelden hiervoor zijn:

  • Knipperen, fronsen en/of optrekken van de wenkbrauwen
  • Met de ogen rollen
  • Grimassen, hoofd gooien / hoofd knikken
  • Doe je mond open

Langs het hoofd zijn eenvoudige motorische tics te zien, bijvoorbeeld in de vorm van schouderophalen of slingerende bewegingen van de armen. De romp- en beenspieren worden zelden aangetast, maar ook in deze gebieden kunnen tics optreden.

Bij complexe motorische tics voeren de getroffenen soms hele reeksen bewegingen uit, bijvoorbeeld:

  • Spring, hop
  • Klap
  • Stempelen
  • Verslaan
  • Werpbewegingen
  • jezelf slaan of zelfs bijten

Sommige getroffenen slagen er verrassend goed in hun motorische tic te integreren in de dagelijkse beweging om zo min mogelijk aandacht te trekken. Bij een vocale tic is dat veel moeilijker.

Vocale tic

Bij een vocale tic maakt de betrokkene een geluid of maakt een geluid onbedoeld en onvrijwillig. Met een eenvoudige vocale tic zou dit bijvoorbeeld kunnen zijn:

  • Je keel schrapen, blaffen of snuiven
  • Sissend, hoestend, fluitend
  • Grommen of klikken

Complexe vocale tics daarentegen worden vaak uitgedrukt in hele woorden of zinnen. Het gaat bijvoorbeeld om:

  • Herhalen van vreemde of eigen woorden/zinnen (echolalia, palilalia)
  • Woorden uitspreken die niet in hun verband staan; soms zijn er ook obscene woorden (coprolalia)

Vooral wanneer de getroffenen scheldwoorden en beledigende inhoud uiten in de context van hun tic, hebben zowel de getroffenen als de omgeving er meestal veel last van.

Verdere classificatie van tics

De International Statistical Classification of Diseases (ICD) maakt onderscheid tussen verschillende groepen ticstoornissen. De belangrijkste zijn:

  • Tijdelijke ticstoornissen: ze duren niet langer dan twaalf maanden en komen vaak in de vorm van knipperen, grimassen of hoofdschudden.
  • Chronische motorische of vocale ticstoornis: deze duurt meer dan een jaar en bestaat uit motorische of vocale tics (maar nooit beide tegelijk). Sommige mensen vertonen slechts een enkele (motorische of vocale) tic. Vaak zijn er echter meerdere tics tegelijk, die dan allemaal motorisch of vocaal van aard zijn.
  • Gecombineerde vocale en meervoudige motorische tics (= syndroom van Gilles de la Tourette): Deze ticstoornis omvat meerdere motorische tics en minstens één vocale tic, maar deze hoeven niet altijd tegelijk te voorkomen. Veel patiënten met Gilles de la Tourette beginnen met motorische tics en voegen daar vervolgens vocale tics aan toe.

Tic: oorzaken & ziekten

Vaak is er geen oorzaak voor een ticstoornis aan te wijzen. Dan spreekt men van een primaire of idiopathische tic. In andere gevallen treden tics secundair op in het kader van andere ziekten of aandoeningen (secundaire tic).

Psychosociale stress en het gebruik van medicatie tijdens de zwangerschap kunnen in verband worden gebracht met het optreden van een ticstoornis bij het kind, zo blijkt uit onderzoeken. Hetzelfde geldt voor roken, alcoholgebruik en het gebruik van andere drugs tijdens de zwangerschap.

primaire tic

Hoe een primaire tic (idiopathische tic) zich ontwikkelt, is nog onduidelijk. Zeker is dat hierbij een genetische aanleg een rol speelt, aangezien ticstoornissen vaak in families voorkomen.

Daarnaast zijn er steeds meer aanwijzingen dat een verstoring van het boodschappermetabolisme in de hersenen betrokken is bij het ontstaan ​​van ticstoornissen. Een overmaat van de boodschapperstof (neurotransmitter) dopamine is hier de focus van het onderzoek.

Streptokokkeninfecties zijn ook een mogelijke oorzaak van primaire tic. Deze bacteriën kunnen bijvoorbeeld middenoorontsteking, tonsillitis en roodvonk veroorzaken. Dergelijke infecties kunnen mogelijk een ticstoornis veroorzaken of zelfs veroorzaken. Dit vermoeden is vooral duidelijk als tics relatief snel na een streptokokkeninfectie voor het eerst optreden.

De Engelse afkorting PANDAS vat neuropsychiatrische ziekten (waarschijnlijk auto-immuunziekten) samen die in de kindertijd optreden na infectie met bepaalde streptokokken. Dit kunnen onder meer ticstoornissen zijn.

secundaire tic

Een secundaire tic ontwikkelt zich in combinatie met andere aandoeningen zoals:

  • Ontsteking van de hersenen (encefalitis)
  • Ziekte van Wilson (koperstapelingsziekte)
  • Ziekte van Huntington (ziekte van Huntington)

Zeer zelden kunnen drugs (zoals cocaïne) of bepaalde medicijnen ook tics veroorzaken. Deze geneesmiddelen omvatten anticonvulsiva zoals carbamazepine of fenytoïne, zoals die gebruikt worden tegen epilepsie.

Tic: Wanneer moet je naar de dokter?

Een ticstoornis vormt zelden een acuut gezondheidsrisico. Toch moeten patiënten een arts raadplegen zodra de tics voor het eerst optreden. De arts kan mogelijke ziekten als oorzaak identificeren en in een vroeg stadium een ​​behandeling starten. Dit kan voorkomen dat de symptomen verergeren en voorkomen dat de tic chronisch wordt.

Kinderartsen zijn de juiste plek voor kinderen. Anders zijn psychiaters en neurologen de verantwoordelijke specialisten.

Tic: Wat doet de dokter?

Allereerst moet de arts vaststellen of er überhaupt sprake is van een echte ticstoornis en zo ja, of daar een aanwijsbare oorzaak voor is. De arts zal dan een passende therapie voorstellen.

Tic: onderzoeken en diagnose

Naast het lichamelijk onderzoek is de anamnese (anamnese) een belangrijk diagnostisch criterium. De arts vraagt ​​de patiënt (in het geval van kinderen: de ouders) bijvoorbeeld wanneer een tic voor het eerst is ontstaan, hoe vaak deze merkbaar is en waardoor deze kan ontstaan. Hij vraagt ​​ook naar eventuele eerdere ziektes.

Er zijn ook vragenlijsten die familieleden of ouders over een periode van enkele weken invullen. Deze informatie wordt vervolgens door de arts gebruikt om te beoordelen hoe ernstig de ticstoornis is. Internationaal is er bijvoorbeeld de “Yale Global Tic Severity Scale” (YGTSS). Zodra de juiste diagnose is gesteld, kan de therapie beginnen.

De symptomen van sommige ziekten kunnen worden verward met tics, waarmee de arts rekening moet houden bij het stellen van een diagnose. Compulsies lijken bijvoorbeeld vaak erg op complexe tics. Bepaalde bewegingsstoornissen lijken soms ook op tics. Bovendien kunnen vermeende tics ook te wijten zijn aan epilepsie.

Tic: behandeling

Bij een secundaire tic is het belangrijk om de onderliggende ziekte te behandelen.

Als er een primaire tic is, is uitgebreid advies aan de getroffenen en hun familieleden erg belangrijk. De patiënt en hun verzorgers moeten de ziekte begrijpen en op de hoogte zijn van mogelijke verzwarende factoren. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat ouders begrijpen dat hun kind de tics niet onder controle kan houden. Vraagt ​​om te stoppen met knipperen, knorren of stampen, het kind zorgt alleen maar voor extra stress - de tics kunnen daardoor zelfs toenemen.

In het geval van getroffen kinderen of adolescenten kan het ook nuttig zijn om de leerkrachten en trainers over de ziekte te informeren om een ​​breed begrip te verzekeren. Dit mag natuurlijk alleen met toestemming van de betrokkenen.

Mogelijke therapieconcepten zijn bijvoorbeeld:

  • Ontspanningsprocedures en zelfmanagement, waarbij de patiënt leert bewust te ontspannen en zo gericht de ticsymptomen te verminderen (bijv. progressieve spierontspanning).
  • Gedwongen oefenen is een methode waarmee getroffenen specifiek tics uitlokken om ze daarna beter te kunnen beheersen.
  • Reaction reversal (Habit Reversal Training, HRT) beschrijft een therapiemodel dat onder andere de bewuste waarneming van tics traint en helpt bij het ontwikkelen van een motorische tegenreactie (bijvoorbeeld armen strekken tegen schouderophalen).
  • Exposure and Response Prevention Training (ERPT) daarentegen heeft tot doel de gedachte of het automatisme te doorbreken dat een voorgevoel altijd moet worden gevolgd door een tic-aanval.

Medicatie tegen tics?

Er zijn ook medicamenteuze therapieën, hoewel ze over het algemeen niet worden gebruikt voor een ticstoornis. Voor elke patiënt wegen artsen de verwachte voordelen van een medicijn af tegen de mogelijke risico's en bijwerkingen.

De grootste behandeleffecten kunnen worden bereikt met psychofarmaca, die de aanlegpunten voor dopamine (dopaminereceptoren) in de hersenen blokkeren. Deze omvatten bijvoorbeeld tiapride, pimozide en haloperidol. Als er comorbiditeiten zijn, kan de arts ook andere medicijnen gebruiken.

Een hardnekkige ticstoornis is niet blijvend te genezen. De tic kan op zijn minst worden verlicht met de juiste therapeutische benaderingen.

Tic: Dat kan je zelf doen

Een tic neemt toe bij stress. Als getroffen persoon profiteert u van een zo stressvrij mogelijke omgeving en het dagelijks leven. Ook hier moet je rekening mee houden bij het kiezen van een loopbaan of je werkomgeving.

Als de stress van binnenuit komt (bijvoorbeeld door uitgesproken perfectionisme), kan de ongunstige innerlijke houding, indien nodig, worden gecontroleerd en veranderd met behulp van psychotherapeutische methoden (cognitieve gedragstherapie).

Bij een tic kan het ook helpen om een ​​ontspanningstechniek zoals autogene training of meditatie aan te leren en regelmatig te oefenen.

Tags:  Ziekten tanden palliatieve geneeskunde 

Interessante Artikelen

add