U6 examen

Bijgewerkt op Alle inhoud van wordt gecontroleerd door medische journalisten.

Het U6-onderzoek is het zesde preventief medisch onderzoek. Het vindt plaats op de leeftijd van tien tot twaalf maanden. Naast een onderzoek dat vooral gericht is op mobiliteit, raadt de arts nog een paar vaccinaties aan. Lees alles over het U6-onderzoek, hoe het werkt en welke vaccinaties nodig zijn.

Wat is het U6-examen?

Het U6-onderzoek, ook wel eenjarig onderzoek, moet worden uitgevoerd tussen de 10e en 12e levensmaand. Naast de algemene gezondheidstoestand ligt de focus weer op het controleren van mobiliteit en coördinatie. Wettelijke en particuliere zorgverzekeringen vergoeden de kosten van het U6-onderzoek.

Wat doe je tijdens het U6-examen?

Het U6-onderzoek begint weer met het lichamelijk onderzoek: het kind wordt gewogen en gemeten en de organen worden onderzocht. Hiervoor gebruikt de arts een stethoscoop om bijvoorbeeld naar de hartslag en ademhaling te luisteren en de maag van het kind te voelen. Bij jongens controleert hij ook of de testikels zich in het scrotum bevinden en niet in de buik of in het lieskanaal (niet-ingedaalde testikels).

Daarna volgen enkele speelse oefeningen om bijvoorbeeld deze vragen over lichaamsbeheersing en mobiliteit van het kind te beantwoorden:

  • Kruipt het kind al?
  • Kan hij rechtop zitten met gestrekte poten?
  • Trekt het zichzelf omhoog aan een voorwerp om op te staan?
  • Ondersteunt hij zichzelf met zijn armen als hij valt?
  • Draait het soepel van rugligging naar buikligging en terug?

Om de fijne motoriek te testen, controleert de arts of het kind met duim en wijsvinger naar een voorwerp reikt in plaats van met de hele hand. Dit staat bekend als een pincetgreep. Zelfs als het kind twee dobbelstenen tegen elkaar kan slaan, spreekt dat voor een goede fijne motoriek.

De arts let ook op de taalontwikkeling van het kind. Op deze leeftijd zijn er meestal dubbele lettergrepen zoals "ba-ba" of "da-da".

De arts onderzoekt ook het hoofd, de mond, de neus en de ogen van het kind. Het controleert bijvoorbeeld of het kind een object met de ogen volgt. Bij de Brückner-test schijnt de arts een lichtbron (oftalmoscoop) in de ogen van het kind om eventuele visuele stoornissen te detecteren.

Daarnaast beoordeelt de arts tijdens het U6-onderzoek hoe het kind omgaat met zijn primaire verzorger. Hij let bijvoorbeeld op hoe hij of zij reageert op een korte scheiding van moeder of vader.

U6: vaccinatie

De vierde en laatste dosis van de zogenaamde zesvoudige vaccinatie en de derde dosis van de pneumokokkenvaccinatie worden door vaccinatiedeskundigen aanbevolen voor een leeftijd van ongeveer 11 maanden. De arts vaccineert het kind meestal direct tijdens het U6-onderzoek.

De Permanente Vaccinatiecommissie (STIKO) beveelt ook vaccinaties aan tegen mazelen, bof, rubella (combinatievaccin) en waterpokken (varicella) vanaf 11 maanden. Deze twee vaccinaties kunnen op dezelfde dag of met een tussenpoos van vier weken worden gegeven. Kinderartsen geven deze vaccinaties meestal in afwijking van de hierboven genoemde (zesvoudige vaccinatie en pneumokokken).

Volgens de officiële aanbevelingen vindt vaccinatie tegen meningokokken van serogroep C plaats in de 12e levensmaand.

Op de leeftijd van 15 maanden, d.w.z. tussen de U6- en U7-onderzoeken, krijgen kinderen idealiter de tweede dosis bof-mazelen-rubella samen met de waterpokkenvaccinatie (vaak als combinatievaccin).

Andere aanbevelingen

Aangezien de meeste baby's hun eerste melktanden hebben op het moment van het U6-onderzoek, adviseert de kinderarts ouders ook over mondgezondheid en mondhygiëne. Het kind moet ook langzaam beginnen te drinken uit een beker of mok in plaats van uit een fles, met een beetje hulp.

Daarnaast informeert de arts de ouders tijdens het U6-onderzoek over mogelijke gevaren voor het kind in het dagelijks leven. Meestal staat hier een folder over.

Wat is de betekenis van het U6-examen?

Het U6-onderzoek is de laatste preventieve medische controle in de kinderschoenen. In het eerste levensjaar maakt het kind grote stappen in de ontwikkeling. U hoeft zich echter geen zorgen te maken als de baby nog niet alle oefeningen veilig onder de knie heeft. Kinderen ontwikkelen zich in hun eigen tempo, de testen zijn slechts richtlijnen. Tijdens het U6-onderzoek kan de kinderarts de ouders adviseren hoe zij de ontwikkeling van hun kind zo goed mogelijk kunnen volgen en bevorderen.

Tags:  E.H.B.O therapieën palliatieve geneeskunde 

Interessante Artikelen

add