Levende en dode vaccins

en Sabine Schrör, medisch journalist

Sabine Schrör is freelance schrijver voor het medische team van Ze studeerde bedrijfskunde en public relations in Keulen. Als freelance redacteur is ze al meer dan 15 jaar thuis in de meest uiteenlopende branches. Gezondheid is een van haar favoriete onderwerpen.

Meer over de experts Alle inhoud van wordt gecontroleerd door medische journalisten.

Bij vaccinatie worden levende of dode vaccins gegeven. Hier leest u wat hiermee wordt bedoeld, welke voor- en nadelen de verschillende soorten vaccins hebben en tegen welke ziekten wordt ingeënt met levende of dode vaccins!

levend vaccin

Levende vaccins bevatten reproductieve maar verzwakte ("verzwakte") pathogenen. Deze kunnen zich vermenigvuldigen, maar maken u meestal niet meer ziek. Toch reageert het immuunsysteem op de verzwakte ziekteverwekkers in het vaccin door specifieke antilichamen aan te maken.

Voor- en nadelen van levende vaccins

  • Voordeel: De vaccinatiebescherming na een levende vaccinatie duurt lang, soms zelfs levenslang (na volledige basisvaccinatie).
  • Nadeel: Het is zeer zeldzaam, maar nog steeds mogelijk, dat de vaccinatie symptomen veroorzaakt die lijken op de ziekte zelf. De symptomen zijn echter zeer mild en duren slechts enkele dagen. In vergelijking met vroeger worden de huidige levende vaccins zeer goed verdragen.

Bijwerkingen treden meestal één tot twee weken na de levende vaccinatie op!

Levende vaccins en andere vaccinaties

Levende vaccinaties kunnen tegelijkertijd met andere levende vaccins worden gegeven. Een bekend voorbeeld is de basisvaccinatie tegen mazelen, bof, rubella en varicella - allemaal levende vaccinaties. Bij de eerste vaccinatie-afspraak krijgen de kinderen tegelijkertijd de BMR-vaccinatie en een waterpokkenvaccinatie. Een viervoudig vaccin (MMRV) bij de tweede vaccinatie-afspraak.

Als levende vaccinaties niet tegelijkertijd worden toegediend, moet er een interval van minimaal vier weken zijn tussen twee levende vaccinaties!

Het interval tussen twee levende vaccinaties is noodzakelijk omdat bepaalde processen de ontwikkeling van immuunbescherming kunnen belemmeren. Zo zou het mazelenvaccin een tijdelijk verzwakkend effect hebben op het immuunsysteem. Bovendien gaan onderzoekers ervan uit dat boodschapperstoffen die vrijkomen na een levende vaccinatie voorkomen dat immuuncellen te vroeg geïnjecteerde vaccinvirussen kunnen opnemen en erop kunnen reageren.

Het interval van vier weken geldt niet voor levende vaccins die worden ingeslikt (bijvoorbeeld rotavirusvaccinatie). De combinatie van levende en dode vaccins is ook mogelijk zonder minimale afstand.

Levende vaccins en zwangerschap

Levende vaccinaties mogen niet worden gegeven tijdens de zwangerschap. De verzwakte ziekteverwekker kan mogelijk schadelijk zijn voor het ongeboren kind. Vermijd ook om gedurende vier weken zwanger te worden na het ontvangen van de juiste immunisatie.

Levende vaccinatie is echter mogelijk tijdens de borstvoeding. Hoewel de moeder het vaccinvirus met moedermelk kan overdragen, vormt dit volgens de huidige stand van de kennis geen risico voor het kind.

Lees hier meer over vaccinaties en zwangerschap.

dood vaccin

Er zijn verschillende soorten geïnactiveerde vaccins:

  • Vaccin met hele deeltjes: hele, gedode/geïnactiveerde ziekteverwekkers
  • Gesplitst vaccin: inactieve fragmenten van ziekteverwekkers (vaak daardoor beter verdragen)
    • Polysacharidevaccin: suikerketens uit de pathogeen-envelop (ze activeren de immuuncellen slechts in beperkte mate en zijn daarom alleen voldoende effectief bij oudere kinderen en volwassenen)
    • Conjugaatvaccin: Ook suikerketens van de pathogeenenvelop, nu gebonden aan bepaalde eiwitten (dragereiwitten), waardoor de afweerreactie wordt versterkt
    • Subeenheidvaccin: bevat slechts een bepaalde hoeveelheid eiwit (antigeen) van de ziekteverwekker
  • Toxoïde vaccin: inactieve componenten van het pathogene gif
  • Adsorbaatvaccin: Hier wordt het dode vaccin ook gebonden aan adsorbentia (bijv. aluminiumhydroxide), wat het immuniserende effect versterkt.

In recombinante vaccins zijn de pathogene antigenen die erin zitten, waarop het immuunsysteem immuunbescherming bouwt, genetisch gemanipuleerd. In alle gevallen geldt: Het dode vaccin kan geen ziekte meer veroorzaken.

Voor- en nadelen van dode vaccins

  • Voordeel: geïnactiveerde vaccins hebben in de regel minder bijwerkingen dan levende vaccins. Dat is de reden waarom de meeste vaccins tegenwoordig in deze categorie vallen. In tegenstelling tot levende vaccins is het niet nodig om afstand te houden tot andere vaccinaties (zie hierboven).
  • Nadeel: De vaccinatiebescherming neemt na verloop van tijd af en moet regelmatig worden ververst - soms na enkele jaren (TBE-vaccinatie), soms pas na lange tijd (tetanus/difterievaccinatie).

Ongewenste bijwerkingen treden meestal op binnen één tot drie dagen na vaccinatie met een dood vaccin!

Overzicht: levende en dode vaccins

In onderstaande tabel vindt u de belangrijkste ziekten waartegen een dood of levend vaccin beschikbaar is:

Dode vaccins

Levende vaccins

cholera

mazelen

difterie

bof

TBE

rodehond

Griep (influenza)

Waterpokken (varicella)

Hepatitis A en B

Tyfus (orale vaccinatie)

HalloB

Gele koorts

HPV

Japanse encefalitis

Polio

Kinkhoest (pertussis)

meningokokken

pneumokokken

tetanus

hondsdolheid

Tyfus (injectievaccinatie)

Tags:  tandheelkunde verdovende middelen sekspartnerschap 

Interessante Artikelen

add